09 Specifieke werkzaamheden
 >  Werken in een kruipruimte (besloten ruimte)
Introductie

Ruimten zoals tanks, ketels, riolen, kruipruimten, kabel-/leidingschachten en kelders zijn over het algemeen niet gemakkelijk toegankelijk. Toch moeten ze vaak worden betreden, onder andere voor inspectie, schoonmaken, onder­houd en reparatie. Het is er krap, vaak donker en in het geval van een calamiteit is het niet gemakkelijk om snel te vluchten.

De gewenste afmetingen van een kruipruimte zijn:​​​​​​​

  • Minimale hoogte 80 cm;
  • Vrije doorgang (onder balken en leidingen) 60 cm;
  • Kruipgat minimale afmetingen 62x100 cm.

In deze kruipruimte is de maximale werkduur anderhalf uur met daarna een pauze van 15 minuten.

In geval dat de afmetingen van de kruipruimte kleiner zijn is er een maximale werkduur in deze ruimte van 1 uur met daarna een pauze van 15 minuten.

Risico's > Wat kan er gebeuren?
  • Alleen werken;
  • Aanwezigheid schadelijke gassen;
  • Verstikking;
  • Brand- en explosie gevaar;
  • Bedwelming of besmetting;
  • Wateroverlast in kruipruimte;
  • Elektrocutie;
  • Beknelling;
  • Verwonding door uitstekende delen;
  • Vallen door luik;
  • Dichtvallen van luik;
  • Ontbreken daglicht;
  • Moeilijk vluchten;
  • Moeilijk hulp verlenen.
Maatregelen > Wat moet je doen?

Wet en regelgeving

  • Het is verplicht om een V&G-plan te hebben;
  • Sommige opdrachtgevers eisen een werkvergunning of werkopdracht;
  • Er moet voldoende bewegingsvrijheid zijn voor de werknemers;
  • Er moeten doeltreffende maatregelen genomen worden tegen gevaar van brand, ontploffing en te dichte aanraking van elektrische installaties.

Voorafgaand

  • Bepaal de werkwijze en werkzaamheden;
  • Met het gereedschap wat je nodig hebt hiervoor;
  • Controleer de ruimte op mogelijke aanwezige schadelijke gassen of dampen, en onderneem actie wanneer nodig. zoals het gebruiken van ademsbescherming;
  • Zorg voor ventilatie en zuurstof metingen;
  • Zorg voor voldoende verlichting (bouwlamp klasse III);
  • Leg de BHV taken vast.

De toegang

  • Kies een geschikte ingang (als er meerdere ingangen zijn);
  • Zet de kruipruimte af met een hekje;
  • Maar let hierbij op dat je wel vanuit de kruipruimte moet kunnen vluchten. 

Het werk

  • Werk met minimaal met z'n 2en en overleg wat de ieders taken zijn en wissel dit waar mogelijk af;
  • De tweede persoon moet buiten de besloten ruimte blijven en bij de opening ertoe blijven. Als dit vanwege de werkzaamheden niet mogelijk is, moet er nog een extra collega bij zijn om bij de opening te blijven.
  • Plan alvast rust momenten in;
  • Meet de luchtsamenstelling in de kruipruimte tijdens het werk;
  • Werk niet in besloten ruimte als je ziek bent;
  • Voer voor de werkzaamheden nog een LMRA uit.

Persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Veiligheidsschoenen of laarzen;
  • Beschermende kleding;
  • Handschoenen.

En waar nodig kunnen onderstaande verplicht worden gesteld: 

  • Ademhalingsbeschermingsmiddelen;
  • Oogbeschermingsmiddelen;
  • Veiligheidshelm;
  • Reddingsgordel of reddingslijn.


Waarschuwing
Gasdetectiemeter
Rood-witte hekjes voor afzetting
Discussie > Bespreek het met je collega's!
    1. Als je werkt in kruipruimtes, werk je dan wel eens alleen?
    2. Heb je wel eens een klus geweigerd omdat omstandigheden rondom de kruipruimte te onveilig was? Kun je uitleggen hoe dat was? 
    3. Wat voor (extra) risico`s zou het werken met vuur met zich mee brengen?
Tips > Voor meer informatie

Werken met open vuur

Bij het werken met open vuur moet altijd vooraf worden gemeten hoeveel gas en zuurstof (explosiemeting) in de kruipruimte aanwezig is. Bij deze metingen moet zorgvuldig worden gelet op al het volgende:

  • Is het apparatuur geschikt?;
  • Meet op de juiste plaats (vaak onderin);
  • Alle ventilatie-openingen wijd open zetten (zo nodig, in zeer kleine ruimten dus altijd met een ventilator verse lucht uit de buitenlucht toevoeren). Als er geen zekerheid is dat de besloten ruimte blijvend veilig is, moet er tijdens de werkzaamheden voortdurend worden gemeten. Is dat om een andere reden niet mogelijk, dan moet er gebruik worden gemaakt van onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen (persluchttoestellen of verseluchtkappen).
  • Filtermaskers mogen niet in besloten ruimten worden gebruikt. Dit bemoeilijkt juist de ademhaling;
  • Houd gasflessen buiten de ruimte;
  • Controleer slangen en branders op lekkage voor dat je hiermee een ruimte in gaat;
  • Leidingen waaraan gewerkt wordt en gasleidingen drukloos maken en zo nodig gasvrij doorspoelen met inert gas;
  • Zorg voor (geschikt) brandblusmateriaal.

​​​​​​​Heb je tips, opmerkingen of vragen over deze Toolbox? Neem dan gerust contact op met team veiligheid via veiligheid@vanwijnen.nl ​​​​​​​


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.