In het najaar is het in de ochtend nog lang donker en valt de schemer in de middag al vroeg in. In deze periode is er weinig daglicht. Zonder verlichting op de bouwplaats is er onvoldoende zicht en kunnen onveilige situaties ontstaan. Een kleine kuil of een struikel object kan grote gevolgen hebben als je deze niet ziet. En die kans is groot als het nog donker is. Zorg daarom dat jouw werkplek goed verlicht is. En neem loopverlichting mee. Zo zorg je dat je je omgeving goed kan zien. En wat denk je van jouw zichtbaarheid voor anderen? En wees je er van bewust dat je in de donkere dagen minder opvalt.

Verlichting op de bouwplaats zoals op werkplekken en looproutes is in deze tijd van het jaar noodzakelijk. Ook materieel moet verlichting voeren natuurlijk.

Soorten verlichting;

Terreinverlichting

Deze wordt toegepast op werken in uitvoering of langs autowegen. Het is aan te  bevelen om een hoogte van 8 tot 10 meter aan te houden. Dit in verband met verblinding van het verkeer.

Verlichting in besloten ruimten

Bouwlampen moeten worden aangesloten op een veiligheidstransformator van maximaal 50V wissel of gelijk spanning van maximaal 120V.

Oriëntatieverlichting

Deze bouwlampen zullen vaak binnen handbereik zijn aangebracht en moeten van klasse II of III zijn. Deze worden gebruikt:

• Bij aanbouw van gebouwen met lange gangen;
• In donkere doorgangen;
• In schachten;
• Trappenhuizen.

Duurzame verlichting

Ledverlichting is de meest duurzame vorm van verlichting. Ze verbruiken minder energie dan andere soorten lampen en ze hebben een langere levensdujavascript:void('Plakken')ur.

Het werken in een niet goed verlichte omgeving of ruimte brengt risico's met zich mee:

• Stoten aan niet goed zichtbare obstakels;
• Struikelen en vallen;
• De weg kwijt raken;
• In paniek raken.

Er zijn ook lichamelijke risico's:

• (Over) vermoeidheid;
• Minder nauwkeurig werken (kans op lichamelijk letsel);
• Hoofdpijn;
• Brandende ogen.

• Zet de bouwlampen op een statief;
• Plaats de lampen zodanig dat je niemand verblindt in je omgeving;
• Plaats langs autowegen de tijdelijke verlichting op een hoogte van 8 tot 10 meter( indien mogelijk in de middenberm);
• Controleer of de bouwverlichting in goede staat en gekeurd is;
• Plaats de bouwlamp op voldoende afstand van brandbare materialen;
• Gebruik tijdschakelaars zodat licht aan en uit gaat op de juiste momenten. Hiervoor is ook een speciale variant die buiten gebruikt kan worden;
• Sluit in een kruipruimte de lampen aan op een veiligheidstransformator;
• Voorkom verspilling van elektra;
• Plaats een persoonlijke lamp op je helm zodat je altijd licht bij je hebt;
• Draag reflecterende kleding zoals een jas of hesje om jouw zichtbaarheid voor anderen te vergroten. Gebruik dit bijvoorbeeld op drukke bouwplaatsen of in de buurt van openbare wegen. 

Bespreek met elkaar het volgende:

1. Ik ga een vertrek (gang) niet in als deze niet goed verlicht is
2. Op dit project ontbreekt een goede bouwverlichting.
3. ik heb altijd een persoonlijk lamp bij me.