05 Arbeidsmiddelen
 >  Bouwzaagmachine
Introductie

Bouwplaatsen zijn vaak voorzien van een bouwzaagmachine. Waarmee de volgende zaagwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd:

  • Afkorten;
  • Schulpen;
  • Wiggen zagen;
  • Platen zagen.

De bouwzaagmachine is enkel geschikt en geconstrueerd voor het zagen van hout en houtachtige producten.

Risico's > Wat kan er gebeuren?
  • Aanraken draaiend zaagblad;
  • Terugslag en klemmen werkstuk;
  • Gegrepen worden door het zaagblad;
  • Geluidsniveau te hoog;
  • Vrijkomen van schadelijke stoffen (b.v houtstof deeltjes);

Het zagen van isolatiemateriaal, zoals tempex is gevaarlijk en niet toegestaan. Gebruik hiervoor één van de hieronder afgebeelde gereedschappen met gloeidraad om tempex te snijden.

Harde isolatie kan worden gezaagd met een speciale isolatiezaagmachine.

Maatregelen > Wat moet je doen?

Gebruiker

  • Alleen personen met voldoende vakkennis mogen na een veiligheidsinstructie de machine bedienen.
  • Jeugdigen (beneden de 18 jaar) mogen er slechts aan werken binnen het kader van een wettelijk
    erkende beroepsopleiding en dan onder doeltreffend vakbekwaam toezicht.
  • De gebruiker mag geen ringen of loshangende kleding dragen;

Persoonlijke beschermingsmiddelen

  • Het dragen van gehoorbescherming is verplicht;
  • Het dragen van werk-, of nauwsluitende handschoenen is niet toegestaan.

Van Wijnen heeft als standpunt ook geen nauwsluitende handschoenen toe te staan omdat "nauwsluitend" verschillend kan worden geïnterpreteerd. De kans neemt toe dat handschoen én hand door het zaagblad gegrepen wordt.

Zaagblad

Het zaagblad dient op de maximale hoogte te worden afgesteld om het risico van terugslag van het hout te beperken.

  • Voor het schulpen en afkorten zo hoog mogelijk;
  • Voor het zagen van plaatmateriaal zo laag mogelijk, om splintervorming zo goed mogelijk te voorkomen.
  • Hoe scherper het zaagblad hoe veiliger, klemmen, terugslag of vastlopen van de zaag is dan minder
  • Een zaagblad moet schoon zijn (ontdaan van restanten van harsen uit het hout en dergelijke).

Beschermkap

  • Gebruik altijd de beschermkap maximaal 5mm aansluitend op het werk.
  • Houd de beschermkap onbeschadigd en schoon voor goed zicht.

Geleiders

  • Een geleider moet op de zaagmachine zijn aangebracht en evenwijdig staan met het zaagblad.
  • Een hulpgeleider moet aanwezig zijn en gemonteerd worden voor lage smalle werkstukken.

Duwhout

  • Gebruik altijd een duwhout van tenminste 40cm lengte.
  • De duimstok als duwhout gebruiken is NIET toegestaan.

Orde en netheid

  • Houd de omgeving rond de zaagmachine schoon.
  • Zorg voor voldoende werkruimte rondom de zaagmachine.
  • Breng voldoende verlichting aan voor de start van de zaagwerkzaamheden.
  • Sluit de afzuiginstallatie aan voor het gebruik van de zaagmachine.
  • Houd het Van Wijnen bord over het gebruik van de zaagmachine zichtbaar en schoon.